Planschade

Sloopverbod kan planschade opleveren

25 mrt 2014

Het opnemen van een sloopregeling in een nieuw bestemmingsplan kan niet tot planschade leiden. Het vervolgens weigeren van een sloopvergunning wel.

Dubbelbestemming voor cultuurhistorische waarden

Recent is in onze adviespraktijk gebleken dat een aantal grote steden het voornemen heeft een dubbelbestemming voor cultuurhistorische waarden te leggen op relatief oude wijken. In de betreffende regels wordt dan een sloopverbod opgenomen, behoudens een sloopvergunning. Hierbij wordt veelal vermeld in welke gevallen geen vergunning nodig is, onder welke omstandigheden vergunning wordt verleend en/of welke weigeringsgronden er gelden.

Planschade grondslag

Een sloopregeling in een bestemmingsplan betreft een bepaling als bedoeld in artikel 3.3 Wro. In artikel 6.1 Wro is in lid 2 onder a uitdrukkelijk bepaald dat een bepaling als bedoeld in artikel 3.3 Wro geen planschadeoorzaak als bedoeld in lid 1 van dat artikel is.

Een sloopregeling vormt op zichzelf derhalve geen grondslag voor een tegemoetkoming in planschade.

In artikel 6.1 lid 2 onder c Wro is vervolgens bepaald dat een besluit omtrent een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder b, c of g van de Wabo wél een schadeoorzaak als bedoeld in artikel 6.1 lid 1 Wro is. De grond onder “g” betreft een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald.

Het relatief recente lid 6 van artikel 6.1 Wro (in werking getreden op 25 april 2013; Stb. 2013, 144) bepaalt vervolgens dat schade als gevolg van een bepaling als bedoeld in artikel 3.3 Wro (waaronder de sloopregeling) pas wordt vastgesteld op grond van een krachtens die bepalingen genomen besluit.

Het voorgaande betekent dat indien op basis van een sloopregeling in het bestemmingsplan een omgevingsvergunning voor het slopen wordt aangevraagd en deze vergunning wordt geweigerd, wél aanspraak kan worden gemaakt op een tegemoetkoming in planschade.

In dit kader is nog vermeldenswaardig dat uit artikel 6.1 lid 4 Wro voortvloeit dat de mogelijkheid tot het claimen van planschade op grond van een geweigerde omgevingsvergunning voor het slopen pas na vijf jaar na het moment waarop het besluit tot weigering van de omgevingsvergunning onherroepelijk is geworden, verjaart.

Onderzoek naar de gevolgen van niet mogen slopen

Indien men voornemens is een sloopregeling in een nieuw bestemmingsplan op te nemen is het derhalve verstandig de gevolgen van een eventuele toekomstige weigering van de sloopvergunning te laten onderzoeken. Met name wanneer sprake is van verouderde panden en te verwachten is dat de eigenaren in de nabije toekomst willen gaan vernieuwen. Bovendien kan advies worden ingewonnen over het openbaar maken van het voornemen van de sloopregeling, ten behoeve van het onderwerp passieve risicoaanvaarding.

Verantwoord niet-slopen

Met een onafhankelijk deskundig advies zijn de planschaderisico’s inzichtelijk en kunnen de risico’s worden beperkt. Een verantwoorde werkwijze voor het invoeren van een sloopregeling.

Meer weten?! Neem dan contact op met Yvonne de Looij.