Opleidingen en workshops

Risicoaanvaarding anders beoordeeld bij directe planschade

24 sep 2014

Het is bestendige jurisprudentie dat bij beoordeling van de vergoedbaarheid van vermeende planschade moet worden beoordeeld of er sprake is van risicoaanvaarding. Recente ontwikkelingen in de rechtspraak laten zien dat er hierbij een onderscheid is te maken bij beoordeling van directe planschade en indirecte planschade.

Eigendomsverhoudingen van belang bij directe planschade

Indirecte planschade is schade die een aanvrager lijdt als gevolg van planologische veranderingen buiten het eigen perceel. Directe planschade is schade die de aanvrager als eigenaar leidt door planologische veranderingen met betrekking tot het eigen perceel. Het meest bekende voorbeeld hiervan is het verlies van bouwmogelijkheden.

Bij indirecte planschade zijn eigendomsverhoudingen, als zijnde van feitelijke aard, niet relevant voor de maximale invulling van de planologische mogelijkheden Uit recente jurisprudentie blijkt dat eigendom wel relevant is bij beoordeling van directe planschade. Dat is ook logisch, nu het bij directe planschade om een aantasting van de aanwendingsmogelijkheden van het eigendom gaat.

Hoger planschaderisico bij directe planschade


Bij de beoordeling van aanvragen om tegemoetkoming in planschade wordt zowel bij indirecte als directe planschade beoordeeld of de aanvrager ten tijde van aankoop bij de bepaling van de door hem betaalde prijs al rekening heeft kunnen houden met een waardedrukkende bestemming. Specifiek voor directe planschade wordt eveneens getoetst of de eigenaar kan worden verweten dat hij, ondanks duidelijke signalen van een aankomende planologische verslechtering, zijn aanwendingsmogelijkheden niet heeft benut.

Het leerstuk van deze “passieve risicoaanvaarding” bood mogelijkheden voor gemeenten om het ontstaan van (onnodig) planschaderisico tegen te gaan. Sinds kort blijkt echter, dat niet in alle gevallen het leerstuk van de passieve risicoaanvaarding soelaas biedt: belemmeringen in de sfeer van de eigendomsverhoudingen kunnen daaraan in de weg staan, zo blijkt uit recente jurisprudentie.

In de casus “Pijnacker-Nootdorp” van 13 augustus j.l. had de aanvrager de gronden in erfpacht uitgegeven. Door een planologisch besluit werden de gebruiksmogelijkheden beperkt. De aanvrager (bloot-eigenaar) stelde dat, nadat kenbaar was gemaakt dat de gebruiksmogelijkheden zouden worden beperkt, hij niet de mogelijkheid had om de oorspronkelijke gebruiksmogelijkheden te benutten, omdat hij niet vrijelijk over zijn eigendom kon beschikken vanwege de erfpachtsituatie. De ABRS heeft de stelling van aanvrager gesanctioneerd waardoor moest worden geconcludeerd dat er geen sprake was van actieve of passieve risicoaanvaarding.

Gevolgen voor de voorbereiding van bestemmingsplannen

Uit de geschetste recente ontwikkelingen in de jurisprudentie kan worden geleerd dat aan de huidige medewerker Ruimtelijk Beleid steeds hogere eisen wordt gesteld bij het voorbereiden van bestemmingsplannen tegen een zo laag mogelijk planschaderisico. Bekend al was dat nieuw beleid tijdig kenbaar diende te worden gemaakt en dat de aankondiging van bijvoorbeeld een “conserverend” plan bij voorkeur op perceelsniveau gedetailleerd diende te zijn (bijvoorbeeld door een voorontwerp-bestemmingsplan).

Ook was al bekend dat tussen het moment van de aankondiging en het daadwerkelijk in werking treden van nieuw beleid een voldoende “benuttingsperiode” wordt gelaten en dat alleen een “voldoende concrete benuttingspoging” dan nog aan passieve risicoaanvaarding in de weg zou kunnen staan. Nieuw in het complexe planschaderecht is thans echter, dat specifieke omstandigheden aan de zijde van de aanvrager “roet in het eten” kunnen gooien, getuige de genoemde uitspraak “Pijnacker-Nootdorp”.

Goede voorbereiding is het halve werk

Meer dan ooit blijkt het noodzakelijk in het traject van voorbereiding van ruimtelijk beleid, met name bij “conserverende” plannen, aandacht te besteden aan planschade risicomanagement. Het daarbij vooraf inzichtelijk maken van eigendomsverhoudingen tegen de achtergrond van mogelijke directe planschade claims kan (hoge en/of onnodige) planschadeclaims voorkomen.

Meer weten?! Neem dan contact op met Paulo Schreiber.