Planschade

“Eens gegeven blijft gegeven”: niet in het planschaderecht?

11 dec 2019

Bouw- en/of gebruiksmogelijkheden die een aanvrager nà eigendomsverkrijging heeft verkregen lijken geen “veilig bezit” meer te zijn…

Vervallen van “tijdelijk voordeel” leidt niet tot planschade-aanspraken

In de uitspraak ABRS 4 december 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4086, Oost Gelre heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitgesproken dat het vervallen van aanwendingsmogelijkheden die nà de eigendomsverkrijging zijn verkregen als “tijdelijk genoten voordeel” moet worden aangemerkt. Het vervallen van dit “tijdelijke voordeel” levert geen grondslag voor tegemoetkoming in planschade op. De kernoverweging van de uitspraak is:

“[wederpartij] is op 1 april 1980 door een legaat eigenaar geworden van het perceel.  Op dat moment voorzag het geldende bestemmingsplan “Lichtenvoorde Kern” niet in het oprichten van de vrijstaande woning op het perceel van [wederpartij]. De zesde herziening van het bestemmingsplan “Lichtenvoorde Kern”, in werking getreden in het jaar 1988, maakte de bouw van de vrijstaande woning mogelijk. In het nieuwe bestemmingsplan, dat in werking is getreden op 6 december 2013, is deze bouwmogelijkheid weer komen te vervallen. Niet in geschil is dat het nadeel voor [wederpartij] uitsluitend bestaat uit het wegvallen van dit tijdelijke voordeel.

Naar het oordeel van de Afdeling behoort de schade, die daaruit voortvloeit, in dit geval redelijkerwijs voor rekening van [wederpartij] als eigenaar te blijven. [wederpartij] heeft door het in 1988 in werking getreden voor hem gunstiger planologisch regime een tijdelijk voordeel genoten, dat nadien weer verloren is gegaan.”

Onduidelijk blijft wat de precieze grondslag van de uitspraak is. Het betreft geen “risicoaanvaarding” of “normaal maatschappelijk risico” en ook kan niet gesteld worden dat geen sprake is van planologisch nadeel of waardevermindering. Het lijkt er op dat de term “redelijkerwijs” hier zelfstandige betekenis heeft gekregen: een vermogensvoordeel waarvoor je ten tijde van aankoop niet “betaald” hebt kan kennelijk zonder schadevergoeding weer worden afgenomen…

Gevolgen voor de praktijk

In de praktijk komt het met enige regelmaat voor dat gemeenten bouw- en of gebruiksmogelijkheden wegbestemmen die eerder – vaak onbedoeld – zijn ontstaan, nadat de gerechtigde eigenaar van het getroffen object werd. Zeker in geval van dergelijke “bedrijfsongevallen” biedt het planschaderecht met de uitspraak “Oost Gelre” voor gemeenten een uitweg om zonder planschaderisico de gewenste planologische situatie te herstellen.

Valkuilen

De uitspraak “Oost Gelre” biedt alleen soelaas indien sprake is van het vervallen van voordeel dat de eigenaar ten tijde van aankoop nog niet had. Daar waar tijdelijk voordeel vervalt waar in de tussentijd het object van eigenaar is gewisseld “werkt” de systematiek niet.

Meer weten?! Neem dan contact op met Kees van der Lee.