Planschade

Planschaderisico bij dubbelbestemmingen nog altijd aanwezig

11 mrt 2015

Vanaf 25 april 2013 is in het nieuwe lid 6 van artikel 6.1 een voorziening getroffen voor het planschaderisico van dubbelbestemmingen bij “directe planschade”. Het nadelige effect van dubbelbestemmingen bij “indirecte” planschade is echter minstens zo groot, maar dat dreigt in de vergetelheid te raken….

Aanpassing planschaderegeling: artikel 6.1 lid 6 Wro

Het risico op “directe planschade” van dubbelbestemmingen ter bescherming van (bijvoorbeeld) archeologische of cultuurhistorische waarden was tot enkele jaren geleden een “hot item”. Met name de introductie van een stelsel waarbij aan het bouwen het vereiste van een ontheffing (thans: afwijking) werd verbonden, leidde tot grote risico’s in de sfeer van “directe planschade”. De wetgever heeft daarom een voorziening getroffen die er toe strekt, dat directe planschade door het “achter een afwijkingsbevoegdheid zetten” van bouw- of gebruiksmogelijkheden pas kan worden vastgesteld nadat door de rechthebbende (vruchteloos) om toepassing van de afwijkingsbevoegdheid is verzocht.

Het planschaderisico in verband met dubbelbestemmingen is niet geweken

Voor “directe” planschade bij dubbelbestemmingen is dus een voorziening getroffen, die het planschaderisico beter beheersbaar maakt. Een zeker niet op grote schaal onderkend effect van dubbelbestemmingen is echter, dat deze in de sfeer van “indirecte planschade” verstrekkende (schadeverhogende) gevolgen kan hebben. Daar waar een dubbelbestemming in een vigerend bestemmingsplan bepaalt dat het bouwen conform de “onderliggende bestemming” verboden is behoudens afwijking van het plan, luidt de conclusie dat de bouwmogelijkheden van de onderliggende bestemming in beginsel buiten de planologische vergelijking moeten worden gehouden. Bij nieuwe ontwikkelingen wordt het verschil met de dan “oude” bestemming zeer groot, en in ieder geval een stuk groter dan de gemeente gewenst en gedacht had…

Bezint eer u aan het maken van een bestemmingsplan begint!

Het planschaderisico van dubbelbestemmingen in de sfeer van “indirecte” planschade is beheersbaar, maar vergt een zorgvuldige aanpak. Ter voorkoming van onnodig risico op indirecte planschade in de toekomst is een doordachte keuze voor een systematiek en redactie van dubbelbestemmingen onontbeerlijk. De SAOZ heeft met de problematiek van planschaderisico bij dubbelbestemmingen ruime ervaring en kan u hier in het kader van de planvorming gericht over adviseren.

Meer weten?! Neem dan contact op met Kees van der Lee.