Planvorming

Bij projecten met een negatieve gevoelswaarde is tijdig advies inwinnen raadzaam

27 sep 2017

Naast verruimingen van de bebouwings- en gebruiksmogelijkheden kan ook het impopulaire karakter van een ontwikkeling een goede reden zijn om advies in te winnen.

Subjectieve elementen

Asielzoekerscentra, telecommunicatiemasten, windparken, uitbreidingen van een luchthaven, uitvaartcentra en megastallen zijn enkele voorbeelden van projecten waarbij in de praktijk subjectieve elementen naar voren worden gebracht. Te denken valt aan vrees voor gezondheidsschade, nachtrustverstoring, emotionele schade en een negatieve typering vanuit de omgeving. In lijn met eerdere uitspraken heeft de Afdeling ook recent weer bevestigd dat met niet aangetoonde gezondheidsschade geen objectief te verwachten overlast van de nieuwe bestemming kan worden aangenomen en dat de vrees voor gezondheidsschade in het kader van een planschadebeoordeling niet van belang is (ABRS 28 juni 2017, gemeente Montferland, ECLI:NL:RVS:2017:1712). Het betreft dan immers een onzekere in de toekomst te lijden schade die niet voor tegemoetkoming in aanmerking komt (ABRS 13 juli 2016, Schadeschap Schiphol, ECLI:NL:RVS:2016:1916). Ook uit de recente uitspraak ABRS 23 augustus 2017, Nederweert, ECLI:NL:RVS:2017:2253, blijkt wederom dat emotionele schade als gevolg van een uitvaartcentrum buiten beschouwing dient te worden gelaten.

Langere procedures

Het voorgaande betekent dat gevolgen met een subjectief element geen grondslag kunnen vormen voor een tegemoetkoming in planschade ex artikel 6.1 Wro. Wel kunnen impopulaire bestemmingen langere procedures met zich brengen omdat belanghebbenden van alle inspraakmogelijkheden gebruik maken en vaak al in de beginfase aankondigen een forse schadeclaim te zullen gaan indienen.

Mogelijkheden voor advies

Bij projecten met een negatieve gevoelswaarde is het daarom raadzaam tijdig advies in te winnen. De “risicotoets planschade” is een quickscan waarin snel en globaal de gevolgen van een voorgenomen ruimtelijke maatregel worden beoordeeld en antwoord wordt gegeven op de vraag of er planschade te verwachten is. Dit advies is al in een vroeg stadium bruikbaar voor het vormen van beleid.

In een “risicoanalyse planschade” worden de planschaderisico’s geïnventariseerd voor een degelijke en sluitende begroting. De planschaderisico’s worden in kaart gebracht en het eventuele nadeel wordt gekwantificeerd c.q. getaxeerd.

In een “zienswijze advies” worden ingekomen zienswijzen beoordeeld en kunnen daarbij ook de planschaderisico’s in beeld worden gebracht. Op deze wijze weet men tijdig wat men kan verwachten en kan men er op inspelen, zodat het mogelijk niet tot een bezwaarprocedure hoeft te komen.

Tijdwinst

Indien tijdig duidelijk is welk deel van een ontwikkeling wél en welk deel niet planschadegevoelig is, kan hiermee rekening worden gehouden bij het vormen van beleid, het inschatten van de financiële haalbaarheid en bij de eventuele afwenteling op een ontwikkelaar. Bovendien bestaat de kans dat gevoelige projecten sneller de eindstreep halen.

Meer weten?! Neem dan contact op met Yvonne de Looij.