Artikel 7.14 Waterwet

Waterschade en normaal maatschappelijk risico

28 sep 2021

Ook deze zomer heeft Nederland weer ervaren dat extreme weersituaties kunnen leiden tot omvangrijke waterschade. Hoe werkt dat door in het schadevergoedingsrecht?

Aanscherping jurisprudentie

Waterschappen nemen beleidsmatig of ad hoc maatregelen die tot schade kunnen leiden. Bij de beoordeling van een verzoek om nadeelcompensatie is dan van belang hoe het normaal maatschappelijk risico (ondernemersrisico) kan worden ingevuld. De vrij recente nadeelcompensatie-uitspraak inzake Katwijk (ECLI:NL:RBDHA:2019:5421) verduidelijkt het beoordelingskader.

Het normaal maatschappelijk risico vertegenwoordigt het deel van de schade dat voor eigen rekening en risico van de benadeelde dient te blijven. Immers, binnen het stelsel van nadeelcompensatie komt uitsluitend het zogenaamde “onevenredige” nadeel voor tegemoetkoming in aanmerking. De invulling en vaststelling van het normale maatschappelijke risico of het normale ondernemersrisico zijn afhankelijk van alle relevante omstandigheden van het geval, zoals de aard van de schadeveroorzakende maatregel (tijd, duur, plaats, ontstaanswijze en andere relevante omstandigheden), de aard, ernst en omvang van de schade en de vraag of de ontwikkeling in de lijn der verwachtingen lag.

Betekenis ondernemerskeuze bij het beoordelen van het normaal maatschappelijk risico

In de uitspraak van 18 november 2020 (Katwijk) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (meer concreet dan voorheen) overwogen dat bij de vaststelling van het normaal maatschappelijk risico ook rekening gehouden dient te worden met omstandigheden die betrekking hebben op de benadeelde zelf. Voor tal van risicofactoren, zoals locatie, weersgesteldheid, invloed van de seizoenen, ziekte, werknemers, stakingen, normale omzetschommelingen en economische recessie, geldt volgens de Afdeling dat deze inherent zijn aan het drijven van een onderneming. De daardoor geleden schade behoort in beginsel tot het normale ondernemersrisico.

Het uitgangspunt is dat elke zelfstandige ondernemer zijn onderneming drijft voor eigen risico en ook zelf verantwoordelijk is voor zijn beslissingen. Tot het normale ondernemersrisico behoren dan ook de nadelen die direct samenhangen met de keuze die de ondernemer zelf heeft gemaakt voor onder meer een bepaald type bedrijfsvoering en, hetgeen hier met name relevant is, de plek waarop hij zijn bedrijf uitoefent.

Betekenis uitspraak Katwijk voor de waterschapspraktijk

In mijn adviespraktijk beoordeel ik met enige regelmaat verzoeken om nadeelcompensatie van agrarische ondernemingen als gevolg van maatregelen van waterschappen die van invloed zijn op de waterhuishouding. Als gevolg hiervan kan wateroverlast ontstaan op percelen die bijvoorbeeld in de directe omgeving van een beek zijn gelegen, in het zogenaamde beekdal. Deze gronden zijn voor een agrarisch bedrijf vanwege potentiële hoge opbrengsten interessant. Daartegenover staat dat er voor deze gronden ook een zeker risico aanwezig is dat zij (als eerste) worden getroffen door waterstaatkundige maatregelen. Immers, dergelijke gronden zijn niet zelden lager gelegen.

De uitspraak Katwijk kan bij het beoordelen van verzoeken om nadeelcompensatie van belang zijn omdat kan worden overwogen dat de nadelige gevolgen van de waterstaatkundige maatregelen samenhangen met de keuze van de ondernemer om juist deze gronden agrarisch te exploiteren. Te meer omdat de Afdeling stelt dat elke zelfstandige ondernemer zijn onderneming drijft voor eigen risico en ook zelf verantwoordelijk is voor zijn beslissingen.

Overigens betekent het bovenstaande niet als vanzelfsprekend dat in dergelijke gevallen de eventuele schade altijd maar voor rekening van de benadeelde gelaten moet worden. Maar dat het een belangrijk onderdeel van de toetsing is, is duidelijk.

Meer weten?! Neem dan contact op met Peter van Bragt.