Nadeelcompensatie

Planschade en nadeelcompensatie, ruziënde familieleden

09 dec 2020

Planschade en nadeelcompensatie zijn familie van elkaar, maar zet ze naast elkaar aan de Kerstdis en er ontstaat gekibbel, zeker als het gaat om inkomensschade en er een samenloop is van schadeoorzaken, denk aan een planologische wijziging en feitelijke maatregelen, zoals het openbreken van wegen.

Herinrichten van winkelcentra en wijzigen verkeerssituatie gaan hand in hand

Het realiseren of revitaliseren van winkelcentra gaat vaak gepaard met noodzakelijke aanpassingen van de infrastructuur. Op dat moment wreekt zich, dat verschillende schadevergoedingsstelsels op de verschillende maatregelen van toepassing kunnen zijn: planschade en nadeelcompensatie. En juist op dit punt is de rechtspraak niet eenduidig.

Planschade, nadeelcompensatie en inkomensschade

Soms wordt vergeten dat planschade niet alleen over waardevermindering gaat, maar ook over al dan niet tijdelijke inkomensschade. Inkomensschade wordt vaak onterecht exclusief bij nadeelcompensatie ondergebracht. Planschade is alleen van toepassing bij een planologische maatregel, maar nadeelcompensatie is zeker niet het exclusieve schadevergoedingsstelsel bij (tijdelijke) inkomensschade. Over de onderlinge verhouding lijkt de rechter er nog niet altijd niet uit te komen.

Het gevolg van de onduidelijkheid over de juridische grondslag voor het beoordelen van tijdelijke inkomensschade als gevolg van de hinder en overlast van de bouwwerkzaamheden is, dat de gemeente vaak niet weet welke procedure gevoerd moet worden: dient een verzoek op basis van het stelsel van planschade te worden beoordeeld en zo nee, op basis van welk schadevergoedingsstelsel dan wel?

De stand van de rechtspraak
De rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State biedt helaas geen uitsluitsel. Op basis van de uitspraken van de Afdeling van 6 september 2006 (200509762/1) en 16 maart 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:731) zou kunnen worden geconcludeerd dat tijdelijke inkomensschade als gevolg van de uitvoering van een bestemmingsplan binnen het stelsel van planschade beoordeeld kan worden.

De vereiste planologische vergelijking zou dan de vorm moeten hebben van een zogenaamde “bouwmassavergelijking”, waarbij aan de hand van een planologische vergelijking wordt onderzocht of -en zo ja in welke mate- de hinder en overlast van de uitvoering van het nieuwe bestemmingsplan kan worden gekwalificeerd als een planologische verslechtering.

Echter, in de overzichtsuitspraak van 28 september 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2582) heeft de Afdeling overwogen dat binnen het stelsel van planschade geen ruimte bestaat voor een tegemoetkoming in geval van schade als gevolg van de feitelijke uitvoering van het bestemmingsplan.

De vraag kan, zeker na bestudering van de uitspraak van 15 oktober 2014 waarnaar in dit verband wordt verwezen, echter worden gesteld of deze rechtsoverweging wel van toepassing is op de beoordeling van tijdelijke inkomensschade. Immers, deze uitspraak heeft betrekking op de hinder en overlast die een bewoner van een woning kan ervaren bij de verwezenlijking van het bestemmingsplan (in casu een woonwijk).

Recentelijk diende een hoger beroep bij de Afdeling waarbij de samenloop van planschade en nadeelcompensatie (indirect) actueel was. Helaas voor de adviespraktijk laveerde de Afdeling heel behendig tussen de kliffen van deze discussie door, waardoor nog steeds geen duidelijkheid is ontstaan over de wijze van het beoordelen van tijdelijke inkomensschade bij de verwezenlijking van een planologische maatregel (zie ABRS 15 juli 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1669 Smallingerland).

Wat te doen?

Net als de uitspraak “Smallingerland” biedt deze nieuwsbrief helaas geen panklare oplossing voor deze problematiek en zal bij samenloop van planschade en nadeelcompensatie nog fiks kunnen worden gekibbeld over de vraag welke van beide stelsels van toepassing is. Deze discussies leiden de aandacht af van de relevante vraag of een ondernemer recht heeft op een schadevergoeding en komt de voorspelbaarheid en transparantie van het overheidsoptreden niet ten goede.

Er is een goed alternatief!

Gelukkig bestaat er een praktische oplossing voor de samenloop tussen planschade en nadeelcompensatie. Het is immers mogelijk om voor projecten een specifieke nadeelcompensatieverordening op te stellen. Door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is het gebruik van dergelijke regelingen reeds aanvaard (zoals in de bekende uitspraken over het project “Fonteyne” te Vlissingen).

Uiteraard zitten er aan een dergelijke oplossing wel wat haken en ogen en dient er sprake te zijn van bestuurlijke wil, maar zeker naar de lokale ondernemers toe kan een specifieke regeling, zeker in deze bijzondere tijden, tot extra draagvlak leiden.

Meer weten?! Neem dan contact op met Peter van Bragt.