Grondexploitatie

Commerciële grondbedrijven

25 mrt 2014

De overheid gaat vennootschapsbelasting betalen over de winst. Hierdoor ontstaat voor concurrenten een gelijk speelveld.

Vennootschapsbelasting voor grondbedrijven

De Europese Commissie heeft bepaald dat gemeentelijke grondbedrijven vanaf 2016 net als bedrijven 25 procent vennootschapsbelasting moeten gaan betalen over hun eventuele winst, aldus het Financiële Dagblad van 17 februari 2014. Volgens Brussel is nu sprake van oneerlijke concurrentie door gemeenten die actief zijn op de vastgoedmarkt ten opzichte van particuliere vastgoedondernemers. Commerciële activiteiten van overheden worden daarom op dezelfde manier belast als die van ondernemers.

Gevolgen op de korte termijn

Het Ministerie dient de Europese wetgeving te vertalen in het Belastingplan 2015. Dan zal ook duidelijk worden of sociale woningbouw onder de belastingplicht komt te vallen. In de ogen van Brussel valt dit al onder de noemer van ongewenste staatssteun. Fiscalisten verwachten dat gemeenten hierop gaan inspelen de komende jaren door de huidige verliezen op grondposities en vastgoedprojecten pas vanaf 2016 op te voeren, omdat deze dan fiscaal te compenseren zijn.

Om dezelfde reden wordt verwacht dat gemeenten de invoering van vennootschapsbelasting voor grondbedrijven afwachten alvorens met een mogelijke verlaging van de grondprijzen te komen. De bouwsector zal dit voornemen met lede ogen aanzien en het werkt niet mee aan het vlot trekken van de sector.

Actualisering grondexploitaties

Bouwgrondexploitaties dienen door gemeenten van tijd tot tijd geactualiseerd te worden. Behalve in het kader van het kostenverhaal krijgen deze nu ook een prominente rol in de bepaling van de fiscale positie van grondbedrijven en in de bepaling van eventuele fiscale winst in het kader van vennootschapsbelasting. Het vorenstaande is een goede reden om de grondexploitaties tijdig te actualiseren en eventuele winsten of tekorten goed inzichtelijk te hebben.

De in de exploitaties opgenomen uitgifte- c.q. verkoopprijzen zijn veelal bepaald door middel van de residuele waardemethode. De inputfactoren dienen bij een actualisering opnieuw te worden beoordeeld. Daarbij spelen zaken als marktconformiteit van het plan, aantallen en soorten bebouwing, verkoopopbrengsten, kosten, rentekosten, uitgiftetempo en dergelijke een belangrijke rol. Veel van deze zaken zijn in de afgelopen jaren aan bijstelling onderhavig geweest en noodzaken tot herberekening. Wanneer het gaat om vaststellen van bijvoorbeeld inbrengwaarden ten behoeve van het exploitatieplan is een onafhankelijke taxateur verplicht. Bij de (her)taxatie van marktconforme uitgifteprijzen heeft een onafhankelijke taxateur ook een meerwaarde.

Winst of verlies?

Door het zo scherp mogelijk taxeren met de meest actuele gegevens, ontstaat een zo helder mogelijk beeld voor de totale grondexploitatie. Aan de hand daarvan wordt bepaald of er sprake is van (te verwachten) winst of verlies en kan de fiscaal strategische route worden bepaald. SAOZ heeft voor dergelijke taxaties inmiddels een behoorlijke expertise opgebouwd.

Meer weten?! Neem dan contact op met Hans Marskamp.