Planschade

Anderszins verzekeren vereist een degelijke onderbouwing

29 sep 2015

Door middel van een reparatieplan kunnen eerdere planologische nadelen geheel of gedeeltelijk anderszins worden verzekerd, mits dit op de juiste wijze plaatsvindt.

Uitspraak “Gilze en Rijen”

Vaste Afdelingsjurisprudentie wijst uit dat planologisch nadeel geheel of gedeeltelijk anderszins kan worden gecompenseerd door middel van een nieuw bestemmingsplan waarin de eerdere planologische nadelen worden weggenomen of worden beperkt.

Uit de relatief recente uitspraak ABRS 1 juli 2015, gemeente Gilze en Rijen, zaaknummer 201408341/1/A2, blijkt dat hiervoor wel de juiste uitgangspunten dienen te worden gehanteerd. In deze zaak had de gemeente het anderszins verzekeren namelijk gebaseerd op een advies met een onjuiste planologische vergelijking, waarbij bovendien voorbij was gegaan aan een tussentijdse bestemmingswijziging van het object, namelijk een wijziging van een agrarische bedrijfswoning naar een burgerwoning. Naar aanleiding hiervan oordeelde de Afdeling dat het college bij de beoordeling of de tegemoetkoming in schade anderszins was verzekerd “een ontoereikend en gebrekkig gemotiveerd deskundigenadvies” heeft gebruikt.

Andere struikelpunten

Andere potentiële struikelpunten zijn een waardering per een verkeerde peildatum en/of het voorbij gaan aan een tussentijdse verkoop van het object. Dit laatste was bijvoorbeeld aan de orde in de uitspraak ABRS 19 januari 2011, gemeente Coevorden, zaaknummer 201006860/1/H2. De Afdeling overwoog hier:

“Project B.V. voert in dit verband terecht aan dat zij geen eigenaar meer is van de betreffende strook grond, zodat het door haar geleden nadeel niet kan worden gecompenseerd door herstel van de oude gunstigere bestemming.” (einde citaat)

Het anderszins verzekeren vraagt dus om een degelijke aanpak.

Een goed advies is het halve werk

Een reparatieplan kan zowel vóórdat er een planschade claim is ingediend worden opgesteld als er ná (o.a. ABRS 25 augustus 2010, gemeente Meppel, zaaknummer 201001731/1/H2). Verstandig is tijdig goed advies in te winnen, zodat men niet voor verrassingen komt te staan. In geval het nieuwe plan ten tijde van het nemen van het besluit op de aanvraag om een tegemoetkoming in planschade nog niet in werking is getreden, is het bijvoorbeeld raadzaam in het besluit op te nemen dat als reparatie niet mogelijk mocht blijken, alsnog een tegemoetkoming in geld zal volgen. In ABRS 16 juli 2014, gemeente Waalwijk, zaaknummer 201309494/1/A2, overwoog de Afdeling hierover:

“6.1. Nu het college bij het besluit van 22 maart 2013 aan [appellant sub 2] ondubbelzinnig heeft toegezegd dat het hem, ingeval het bestemmingsplan “Herziening centrumgebied Waalwijk” niet in werking zou treden – wat ten tijde van evengenoemd besluit nog mogelijk was – een bedrag van € 39.500,00 ter zake van door hem als gevolg van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan “Centrumgebied Waalwijk” geleden planschade zou toekennen, moet worden geoordeeld dat de tegemoetkoming in de planschade, als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, van de Wro, met voldoende zekerheid vast stond.” (einde citaat)

Geldelijke tegemoetkomingen in planschade worden voorkomen of beperkt

Op deze wijze is er voldoende zekerheid voor een beroepsbestendig besluit, waarbij het uitkeren van tegemoetkomingen in geld naar alle waarschijnlijkheid wordt voorkomen of beperkt.

Meer weten?! Neem dan contact op met Yvonne de Looij.