Kostenverhaal

Afdwingbaarheid van verhaalsovereenkomsten?

16 dec 2025

Artikel 13.3c Omgevingswet biedt gemeenten de mogelijkheid om overeenkomsten met initiatiefnemers te sluiten om nadeelcompensatiekosten te verhalen. Is het sluiten van zo’n verhaalsovereenkomst echter afdwingbaar? Wat als de initiatiefnemer niet wil tekenen?

Basis voor verhaalsovereenkomsten: artikel 13.3c Omgevingswet

Het verhaal van nadeelcompensatiekosten lijkt in de Omgevingswet goed te zijn geregeld in artikel 13.3c. In dat artikel is, kort samengevat, bepaald dat een bestuursorgaan dat nadeelcompensatie toekent met degene die de activiteit verricht overeen kan komen dat de nadeelcompensatie en de daarmee samenhangende kosten geheel of gedeeltelijk voor rekening komen van degene die de activiteit verricht. De achilleshiel van deze bepaling zit in het woordje “kan”: het sluiten van een verhaalsovereenkomst is geen verplichting. Dat roept de vraag op of het sluiten van de overeenkomst door het bestuursorgaan afdwingbaar is.

Situatie bij “BOPA’s” en initiatieven die passen in het tijdelijke deel van het omgevingsplan

Als door de initiatiefnemer om een vergunning voor een “BOPA” wordt gevraagd, lijkt medewerking aan het initiatief eenvoudig te weigeren wanneer de initiatiefnemer “niet wil tekenen”. Er wordt immers verzocht om medewerking aan een project in afwijking van (het tijdelijke deel van) het omgevingsplan en daarop heeft de initiatiefnemer geen “recht”.

Voor initiatieven die volledig in overeenstemming zijn met het nu geldende “tijdelijke deel van het omgevingsplan” geldt dat artikel 22.13 Omgevingswet bepaalt dat deze “OPA’s” niet “schadegevoelig” zijn in de zin van de schaderegeling van hoofdstuk 15 Omgevingswet. Daar lopen bestuursorganen dus geen schaderisico’s. Voor de kortere termijn lijkt het vraagstuk van de afdwingbaarheid van verhaalsovereenkomsten dus niet actueel.

Maar wat als na vaststelling van een nieuw omgevingsplan om een “OPA” wordt verzocht?

Als na vaststelling van een omgevingsplan om een vergunning voor een reguliere omgevingsplanactiviteit (een “OPA”) wordt verzocht, is niet duidelijk wat de positie van het bestuursorgaan is als de initiatiefnemer weigert te tekenen voor kostenverhaal. De Omgevingswet bevat geen aanwijzing wat in deze gevallen een weigeringsgrond zou kunnen zijn en ook de Memorie van Toelichting op de Omgevingswet en de tot nu toe verschenen publicaties (bijvoorbeeld de “Handreiking Nadeelcompensatie” die in opdracht van het ministerie van BZK is gemaakt) zwijgen hierover.

Weigeringsgrond indien de initiatiefnemer niet wil tekenen?

Naar mijn mening – maar daar moet nadrukkelijk jurisprudentie over worden afgewacht – zouden bestuursorganen zich op het standpunt moeten kunnen stellen dat het weigeren om een verhaalsovereenkomst ex artikel 13.3c Omgevingswet aan te gaan een weigeringsgrond voor de omgevingsvergunning oplevert. Deze weigeringsgrond vloeit direct voort uit het bepaalde in artikel 13.3c Omgevingswet: de bevoegdheid om een verhaalsovereenkomst af te sluiten zou namelijk volslagen zinloos zijn als initiatiefnemers zich daar straffeloos aan zouden kunnen onttrekken. Artikel 13.3c Omgevingswet wordt dan een “dode letter” en dat kan nimmer de bedoeling van de planwetgever zijn geweest. Gesteld kan worden dat in artikel 13.3c Omgevingswet alleen voor een “kan-bepaling” is gekozen, omdat bestuursorganen in voorkomende gevallen om gegronde redenen het sluiten van een verhaalsovereenkomst achterwege zouden moeten kunnen laten.

SAOZ adviseert!

Nadenken over de consequenties van “weigerachtige initiatiefnemers” is met name van belang als er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat een initiatief tot te vergoeden nadeel leidt. Dat inzicht begint met een goede risicoanalyse waaruit blijkt hoe hoog de risico’s zijn. Vanzelfsprekend kunnen wij u daarbij helpen.

Meer weten over deze materie?! Neem dan contact op met Kees van der Lee.