Flitsbezorgers

Flitsbezorgers rukken op: wat is wijsheid voor gemeenten?

25 mei 2022 • Johan Geleijns

De bizar snelle opkomst van flitsbezorgers als Gorillas, Getir en Flink stellen gemeenten voor fikse uitdagingen. Overlast door darkstores en daarmee de weerstand van de omgeving groeien navenant mee. Welke instrumenten kun je als gemeente inzetten om deze ontwikkeling te stoppen? Vallen deze ‘disruptors’ wel te stoppen? Of moet je er misschien wel heel anders mee omgaan? Er zijn meer wegen naar een oplossing dan die van de meeste weerstand. 

In de media wordt momenteel veel aandacht geschonken aan flitsbezorgers. Volgens het Financieel Dagblad (12 maart 2022) zouden al 700.000 Nederlanders op deze manier boodschappen laten bezorgen. Verder halen partijen als Getir, Gorillas, Flink en Zapp honderden miljoenen op bij investeerders voor hun uitbreidingsplannen. Vastgoedmarkt meldde bijvoorbeeld op 17 maart 2022 dat Getir 695 miljoen had opgehaald bij geldschieters en dat de waarde werd geschat op 10.7 miljard.

Om hun belofte van ultrasnelle bezorging waar te kunnen maken, huren de flitsbezorgers leegstaand vastgoed in de centra van vooral de grote steden Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag en bouwen deze om tot mini-distributiecentra. Bij SAOZ constateren we een waterbedeffect; ook de kleinere gemeenten rondom de ‘grote vier’ vragen ons welke maatregelen ze kunnen treffen om overlast rond deze ‘darkstores’ te voorkomen. Daarover straks meer. Maar eerst: wat is precies de dynamiek? En waar zit de frictie?

Horendol

Waaruit bestaat nou precies de overlast? Het meest in het oog springend zijn de darkstores zelf. Een pand met zwarte afgeplakte ramen in de straat geeft een unheimisch gevoel. Je zult er maar een delicatessenzaak naast hebben. Daarnaast moet de voorraad in die darkstores natuurlijk regelmatig worden aangevuld. Meestal is er geen laad- en losvak voor de deur, dus de bevoorradingsbusjes parkeren op straat en blokkeren het verkeer; overlast. Maar de werkelijke pijn zit ‘m in de 24-uurs economie. Al die boodschappen moeten snel (binnen een minuut of tien) bezorgd worden. Er staan dag en nacht 10, 20, 30 fietsen voor de deur van darkstores, waar geen plek voor is. Die worden dwars op de stoep gezet, voetgangers ergeren zich rot; overlast. Bezorgers hangen tot laat op straat te wachten op hun volgende ritje; overlast. De omgeving wordt er horendol van. Bewoners klagen dat de buurt onleefbaar wordt, winkeliers klagen dat ze schade lijden. En de gemeente klopt (steeds vaker) bij ons aan: we moeten hier iets mee. Maar wat dan?

Een verhaal van twee snelheden

Nu komen we bij de dynamiek. De botsing tussen gemeenten en de flitsbezorgers is een verhaal van twee snelheden. Om te beginnen moet je als gemeente niet de fout maken te denken dat je het opneemt tegen aan paar disruptieve cowboys die de vrede komen verstoren. Dit zijn miljardenbedrijven; Getir is zoals gezegd geschat op 10 miljard euro (maart 2022) . Die laten zich niet zomaar stoppen. En ze moeten snel schakelen want ze opereren in een winner takes all markt: over een paar jaar zijn er waarschijnlijk nog maar één of twee partijen over. Daarom moeten ze nu zo snel en agressief opereren.

Eeuwigheid

Je ziet dat ze problemen snel en vaak creatief proberen op te lossen. Nu gemeenten dwars gaan liggen over de vestigingen van nog meer darkstores, is flitsbezorger Gorillas bijvoorbeeld een samenwerking met Jumbo gestart om vanuit de winkelfilialen te kunnen bezorgen. De afgeplakte ramen roepen weerstand op? Dan betrekken we de buurt erbij. Zetten we kunst in de etalage: geen darkstores meer maar ‘artstores’! En het moet allemaal snel sneller snelst. Als flitsbezorgers dan door een gemeente eens uitgenodigd worden om over de problematiek te komen praten, dan kan dat gesprek niet op de heel korte termijn. Een afspraak die een paar weken in de toekomst wordt gepland betekent een eeuwigheid voor deze partijen.

De noodrem

Omdat de normale besluitvormingsprocessen te veel tijd kosten, gaan gemeenten aan de noodrem hangen via een voorbereidingsbesluit. In nog geen drie maanden tijd is dat al in 15 grote en middelgrote gemeenten gebeurd! In dat voorbereidingsbesluit, dat één jaar van kracht is, kan namelijk een gebruiksverbod voor de bestaande bestemming opgenomen worden. Het is een politiek besluit van de gemeenteraad, dat alleen indirect juridisch getoetst kan worden door de rechter als een vergunning wordt geweigerd of bij een besluit tot handhaving. Met een voorbereidingsbesluit verschaf je jezelf als gemeente een positie aan de onderhandelingstafel. Ook koop je als gemeente tijd om tot een weloverwogen strategie te komen. Want tegenhouden kun je deze ontwikkelingen uiteindelijk niet. Je kunt ze wel in goede banen proberen te leiden.

Symptoombestrijding

Wat je bereikt met een voorbereidingsbesluit zijn dus in feite twee zaken: je koopt tijd en je verschaft jezelf een positie. Tijd om een paraplubestemmingsplan op te stellen. Dat is een bestemmingsplan dat het gehele grondgebied van een gemeente omvat. Het bevat slechts enkele regels en heeft een aanvullende werking op alle bestemmingsplannen in de gemeente. Hierin kun je dus voorwaarden opnemen over de vestiging van detailhandel, distributiecentra et cetera, dus ook over darkstores. Je juridische positie als gemeente wordt daarmee sterker. En misschien wel het belangrijkste effect: met een voorbereidingsbesluit voorkom je symptoombestrijding. Wat we nog veel zien is dat gemeenten gaan bakkeleien met individuele darkstores. Dat is geen weg naar een structurele oplossing.

Maatwerk

In het voorbereidingsbesluit kun je nuances aanbrengen. Natuurlijk kun je alles voor een jaar helemaal op slot gooien. Maar zoals gezegd is een jaar een eeuwigheid voor deze partijen. Bovendien is hier ook sprake van een NIMBY-effect: we willen wel graag binnen tien minuten die fles cola en dat pak wasmiddel bezorgd hebben maar geen darkstores in de buurt. Maar bovenal is het een kwestie van vraag en aanbod. Zo bezien is deze ontwikkeling niet te stoppen. Dus kun je beter kijken naar maatwerk. Wij adviseren: maak het in eerste instantie onmogelijk, maar sta het onder voorwaarden weer toe. Dat verkleint het risico op harde confrontaties, juridisch getouwtrek en verdere escalatie van de problematiek. Je zegt in beginsel ‘nee’, maar met het signaal: als je aan een aantal randvoorwaarden kunt voldoen die verband houden met de leefomgeving, dan mag het wel. Maak het voorwaardelijk dus.

Snijvlak

Hierbij loop je als gemeente wel tegen een probleem aan: wat valt onder ruimtelijke ordening en wat onder openbare orde? Dat is het snijvlak waarop je moet opereren in deze kwesties. Via een APV (Algemene Plaatselijke Verordening) kun je de vestiging van darkstores niet verbieden. Dat moet via de RO-route van het bestemmingsplan. Wel kun je hier via een APV aanvullende voorwaarden aan verbinden. Want met name de zaken die de meeste overlast voor de omgeving veroorzaken, kun je vaak niet in het bestemmingsplan vastleggen. Dat zijn allemaal vraagstukken die de openbare orde en veiligheid raken.

Regie

Of het nu via een voorbereidingsbesluit, de APV, welstand of handhaving is; er zijn meerdere routes die naar een structurele oplossing leiden. Vaak zal het neerkomen op een combinatie van deze zaken. Wij zeggen: maak het planologische spoor in ieder geval voorwaardelijk, zodat je toch in overleg kan treden maar je als gemeente de regie hebt teruggepakt. Want uiteindelijk draait het om het welzijn van de inwoners. En die willen nou eenmaal én een leefbare buurt én profiteren van de voordelen die flitsbezorgers onmiskenbaar bieden.

Wilt u eens sparren over uw situatie en de mogelijkheden rondom het in goede banen leiden van darkstores in uw gemeente? Neem dan contact op.